Skip to main content

Woordenlijst

afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI): Een inrichting vaak onder beheer en in eigendom van het waterschap, waarmee het afvalwater van huishoudens en bedrijven wordt gezuiverd, dat via de riolering wordt aangevoerd.

assetmanagement: gecoördineerde activiteiten binnen Rijnland met als doel maximale waarde (= maximale prestaties) te halen uit bedrijfsmiddelen zoals gemalen en afvalwaterzuiveringsinstallaties.

bedrijfswaardenmatrixMethodiek voor het dagelijks beoordelen van risico’s en het prioriteren van onze werkzaamheden.

beheerregister: een intern document, waarin de meest actuele situatie van de watergangen, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken (zoals stuwen en duikers) is vastgelegd.

beleidskader: afspraken over het beleid. Zie ook: keur, leggers, beheerregister en de waterakkoorden.

besturingssysteem BOSBO: Het Rijnlandse computersysteem waarmee het dagelijkse peilbeheer wordt uitgevoerd.

biodiversiteit: de mate van verscheidenheid aan levensvormen (plant- en diersoorten) in een ecosysteem, geografisch gebied of hele planeet.

bio-assays: analytische methode om de concentratie of potentie van een stof te bepalen aan de hand van het effect op levende cellen of weefsels

blauwe waterstof: het product van grijze waterstofproductie in combinatie met CO2-afvang en -opslag. https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/energiebronnen/waterstof/

boezem en boezemsysteem: al het water (watergangen, plassen) buiten de polders, dat het water uit de polders opvangt en van daaruit afvoert naar rivier of zee.

boezemgemaalRijnland voert met vier boezemgemalen te Katwijk, Gouda, Spaarndam en Halfweg het teveel aan water uit de boezem af naar rivier of zee

bouwconvenantNieuwbouwlocaties in Zuid-Holland worden zoveel mogelijk klimaatadaptief gebouwd, zodat ze bestand zijn tegen weersextremen als gevolg van klimaatverandering. Deze ambitie is vastgelegd in het Convenant Klimaatadaptief Bouwen. Dit is ondertekend door onder meer bouwbedrijven, gemeenten, de provincie, waterschappen, maatschappelijke organisaties, financiers en projectontwikkelaars

brakke kwel: Het binnendringen van zeewater via de ondergrond

brongerichte maatregelen: Maatregelen die zijn gericht op de bron. Voorbeeld: Medicijnresten komen vaak in het afvalwater terecht. Er zijn twee typen maatregelen mogelijk om te voorkomen dat deze medicijnresten in het oppervlaktewater komen. A) aan de voorkant (bij de bron) door er voor te zorgen dat medicijnen niet door het toilet worden gespoeld, B) aan de achterkant door de medicijnresten er op de afvalwaterzuiveringen uit te halen.

circulariteit of circulaire economie: economie/bedrijfsactiviteiten gebaseerd op hergebruik van materialen, grondstoffen, gebouwen of gebieden. Grondstoffen, producten en onderdelen houden hun waarde en worden niet afgedankt. Daarmee voorkom je vervuiling en aantasting van het ecosysteem. De Rijksoverheid wil dat Nederland in 2050 een 100% circulaire economie is.

Citizen science: onderzoek waaraan burgers meewerken als vrijwilliger. Bijvoorbeeld: https://www.rijnland.net/over-rijnland/bestuur/weblogs-bestuurder/weblog-waldo-von-faber/blog-3-watermonsters-en-waterbazen/

City swim: initiatief voor zwemevenementen in open water.

droogmakerij: een (droog) gemalen gebied dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of drasland was.

ecologische slootschoning: bij het opschonen van sloten wordt rekening gehouden met de flora en fauna in de sloot. Door het juiste materiaal op de juiste werkwijze in te zetten krijgen slootdieren de kans om te vluchten. Een deel van de waterplanten mag in de sloot blijven staan en tijdens het schonen worden wortels zo min mogelijk beschadigd. Door het slootmateriaal niet in de talud maar op of over de insteek af te zetten is er minder uitspoeling van voedingsstoffen naar de sloot.

Het afschrapen van het talud en het drastisch schonen van de gehele sloot is vaak niet nodig en kan flinke impact hebben op het slootleven. Klik hier voor tips en adviezen voor het juiste slootbeheer

effluentkwaliteit: kwaliteit van gezuiverd afvalwater, volgens de normen voor de maximaal toegestane hoeveelheid stikstof, fosfor en zuurstofbindende stoffen.

influent / effluent: een term die gebruikt wordt voor gezuiverd afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat. Ongezuiverd afvalwater wordt influent genoemd.[1] Over het algemeen bevat effluent nog een deel van de originele vervuiling. Indien huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt zal het effluent ook ziektekiemen en wormeieren bevatten tenzij het gesteriliseerd wordt, hetgeen normaal gesproken niet toegepast wordt in een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Effluent bevat tegenwoordig[(sinds) wanneer?] ook steeds vaker meetbare hoeveelheden van geneesmiddelen en hormonen. Met name deze laatste stoffen zijn een bedreiging voor de drinkwatervoorziening en voor de organismen in het oppervlaktewater omdat ze lange tijd in het water blijven en moeilijk te verwijderen zijn.

functies: de verschillende manieren waarop je een gebied gebruikt. Bijvoorbeeld: om te wonen, te werken, voor vrijetijdsbesteding, voor land- en tuinbouw, voor bedrijven.

gemaal: een gemaal dient in principe om water van een laag peil naar een hoog peil te brengen, waarvan de noodzaak kan liggen in wateroverschot aan de lage kant (afvoer) of in waterbehoefte in het gebied aan de hoge kant (aanvoer).

groen-blauwe diensten: Bovenwettelijke, vrijwillige activiteiten die worden ondernomen door particuliere grondeigenaren en grondgebruikers met het oog op verbetering van landschap, natuur en waterbeheer. Voorbeelden zijn natuurvriendelijke oevers, waterbergingsgebieden en spuit- en bemestingsvrije zones langs oevers.

grondwatersysteem: al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat

hernieuwbare energie: energie uit bronnen die nooit uitgeput raken, zoals zon, wind en water. Dit in tegenstelling tot fossiele energie zoals olie en gas.

hydrologische maatregelen: maatregelen waarmee de wateraan- en afvoer worden geregeld

IBA: een Individuele Behandeling van Afvalwater, kortweg IBA, is een systeem dat het huishoudelijk afvalwater van een enkel gebouw zuivert.

inlaatkunstwerken met een afsluitklep voor het binnenlaten van hoger gelegen water in een lager
gelegen gebied

Internet of Things: het geheel aan apparaten, objecten en systemen  ("dingen") die via internetverbindingen met andere apparaten of systemen in contact staan en daarmee gegevens uitwisselen. Kunnen communiceren met personen en met andere objecten, en op grond hiervan (indien toegestaan) ook autonome beslissingen nemen.

keur: verordening met de regels voor bescherming van waterstaatswerken. Op grond van een keur kan het waterschap sancties opleggen aan personen of organisaties die zich niet aan de regels houden.

klimaatatlas: Online atlas die antwoord geeft op klimaatvragen zoals overstromingsgevaar, droogte, verzilting, extreme temperaturen en wateroverlast. De atlas laat de effecten zien van klimaatverandering per regio: https://rijnland.klimaatatlas.net/

kunstmatige intelligentie: De wetenschap die zich bezighoudt met het creëren van een artefact, een kunstmatig verschijnsel, dat een vorm van intelligentie vertoont.

kunstwerken: Vakterm voor waterstaatwerken: installaties voor waterbeheer. Bijvoorbeeld: sluizen, gemalen, inlaten en stuwen.

LBO: Landelijke Beoordeling: een beoordelingscyclus met de normen voor de primaire waterkeringen.

legakker of zetwal of kraag: een strook grond in het veengebied, waar het met een baggerbeugel uitgebaggerde veen op te drogen werd gelegd om er turven van te maken. Meestal waren de legakkers smal en lang, en omgeven door water of moerassige veengrond. In Nederland is de legakkerstructuur nog goed terug te zien in veenplasgebieden zoals de Nieuwkoopse plassen.

legger kunstwerken: overzicht (kaart) van alle onderdelen van het watersysteem die belangrijk zijn voor waterbeheer. Bijvoorbeeld: vaarwegen, gemalen, stuwen en andere kunstwerken, oevers en waterkeringen.

nautisch beheer: zorg voor vlot en veilig scheepvaartverkeer (beroepsverkeer). Dat doen we in de vorm van toezicht op naleving van de vaarregels en plaatsing van verkeersborden. nautisch beheer is een taak van de waterschappen

nutriënten: voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor. Planten en dieren in het water hebben deze nodig om te groeien. Bij hogere concentraties stikstof en fosfor kunnen veel plant- en diersoorten die oorspronkelijk in en rond het water voorkomen niet meer gedijen. Om een meer natuurlijk water te kunnen krijgen, moeten in veel gevallen de concentraties van nutriënten omlaag.19 mei 2017

omgekeerde osmose: is een proces waarbij door middel van een drukverschil aan twee zijden van een semi-doordringbaar membraan water wordt gefilterd van ondermeer zouten, zware metalen, bacteriën, virussen en schimmels.

omgevingmensen, bedrijven en organisaties met wie Rijnland samenwerkt of die belang hebben bij waterbeheer: inwoners, bedrijven, overheden, belangenorganisaties, andere waterschappen.

opkomende stoffen: nieuwe stoffen die via lozingen door AWZI’s of bedrijven in het water terecht komen.

peilbeheer: vaststellen en handhaven van waterstanden in rivieren, beken en sloten.

peilbesluit: bestuurlijk besluit met betrekking tot de te handhaven waterhoogte in waterlopen

persleiding: leiding die het afvalwater onder druk transporteert van een lager naar een hoger punt. Een pompstation levert de druk die hierbij nodig is. Uiteindelijkkomt het afvalwater in een rioolwaterzuiveringsinstallatie terecht.

PFAS: verzamelnaam voor poly- en perfluoroalkylstof. Deze groep chemische stoffen is door mensen gemaakt en komt van nature niet voor in het milieu. PFAS hebben handige eigenschappen: ze zijn bijvoorbeeld water-, vet-, vuil- en stofafstotend. Maar ze zijn ook niet-afbreekbaar en kunnen zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. https://www.rivm.nl/pfas

primaire of natuurlijke grondstoffen: grondstoffen die direct uit de natuur worden gehaald. zoals olie, gas, erts en gesteente. Ook wel: eindige grondstoffen.
Naast eindige zijn er ook hernieuwbare grondstoffen. Dit zijn grondstoffen die niet (snel) opraken. Denk hierbij aan vruchtbare aarde om gewassen op te verbouwen of de zon waarmee energie kan worden opgewekt. Andere voorbeelden zijn water, hout, rubber en wind.

primaire oppervlaktewateren: hoofdwaterwegen in het werkgebied van Rijnland: de Oude Rijn, de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en de Gouwe.

primaire taken: hoofdtaken van Rijnland: bescherming tegen de zee en overstromingen, zorgen voor een goede waterstand en voor schoon en gezond water in plassen, grachten en sloten en zuiveren van afvalwater van alle huishoudens en bedrijven in ons werkgebied.

recreatief medegebruik: Het gebruik voor wandelen, paardrijden, fietsen, picknicken, kanoën en natuurgerichte recreatie van objecten die een andere hoofdfunctie hebben zoals dijken en watergangen. Dat gebruik is ondergeschikt aan de hoofdfunctie.

riooloverstort: een inzamelknooppunt, uitgevoerd als voorziening met drempel, voor het onder bepaalde omstandigheden lozen van afvalwater uit het rioleringsnetwerk naar een ander rioleringsnetwerk of oppervlaktewater in de zin van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

rioolgemaal: gemaal dat wordt gebruikt in een rioolstelsel om afvalwater naar een hoger peil te brengen of over langere afstand te transporteren. Rioolgemalen zijn vaak kleiner dan de hierboven genoemde poldergemalen omdat ze een kleiner gebied bedienen en alleen afvalwater en slechts een deel van het regenwater te verwerken krijgen.

risicodialoogis een proces opgezet vanuit het beleidsprogramma klimaatadaptatie, waarin gemeenten in overleg met inwoners, bedrijven en waterschappen de resultaten van de stresstesten (zie hieronder) waarderen en tegen elkaar afwegen, met als doel effectieve en haalbare maatregelen te formuleren ter voorkoming van de effecten van klimaatverandering.

sluis: een kunstmatige, beweegbare waterkering die de verbinding tussen twee wateren kan afsluiten of openstellen en daartoe van deuren of schuiven is voorzien

stresstest: Een analyse, met het oog op het veranderende klimaat, van gebieden die risico lopen op wateroverlast, droogte en hitte.

stuw: vaste of beweegbare constructie die dient om het peil bovenstrooms van de constructie te verhogen c.q. te regelen.

vergisting van zuiveringsslib: zuiveringsslib is het restproduct van de zuivering van afvalwater en bestaat uit het bezonken mengsel van vaste deeltjes in het afvalwater en de resten van bacteriën die het afvalwater biologisch zuiveren. Het slib bevat veel makkelijk afbreekbaar organisch materiaal dat door vergisting kan worden afgebroken. Het vergisten is een proces waar de afbraak in gecontroleerde omstandigheden plaatsvindt onder zuurstofloze omstandigheden en waarbij biogas vrijkomt. Het biogas bevat methaan, dat kan worden gebruikt om elektriciteit op te wekken via verbranding in een gasmotor.

waterakkoord: akkoord tussen waterkwantiteitsbeheerders (of eventueel ander openbaar gezag met een waterstaatkundige taak) die water afvoert naar of uit de bij elkaar in beheer zijnde oppervlaktewateren.

watergang: onderdeel van het land waarin water stroomt of stilstaat. Zoals een rivier, kanaal, sloot, beek, greppel of gracht.

waterketen: De keten van waterproductie (drinkwaterbedrijven), waterverbruik (huishoudens, bedrijven en instellingen), inzameling en transport van afvalwater (gemeenten) en afvalwaterzuivering (waterschappen).

waterkwaliteitkan worden omschreven als de samenstelling van het oppervlaktewater en grondwater. Deze verschilt naargelang de locatie, diepte en het tijdstip. De waterkwaliteit wordt beïnvloed door natuurlijke processen, maar ook door de mens. Er wordt zowel gesproken over chemische waterkwaliteit, de stoffen in het water zoals het zout-, het kalk- en het zuurstofgehalte, als ook ecologische waterkwaliteit, de kwaliteit van het water die voldoet aan de eisen van de plaatselijke (zowel aquatische als terrestrische) flora en fauna.

waterlichaam: een hoeveelheid water van niet-geringe omvang op het oppervlak van een planeet. Gewoonlijk worden grote waters als oceanen, zeeën en meren hiertoe gerekend, maar ook kleinere waterlichamen als waterbekkens, moerassen, sloten, kreken en kleine poeltjes. Een waterlichaam kan zowel stilstaand als stromend water bevatten, dus ook rivieren en kanalen zijn waterlichamen.[1] Kleine hoeveelheden water als regenplassen worden niet tot de waterlichamen gerekend.

Waterlichamen kunnen zowel zoet als zout water bevatten en hoeven ook niet van natuurlijke oorsprong te zijn. Een gegraven kanaal, een stuwmeer of een aangelegde haven zijn ook waterlichamen. Watervoerende, min of meer lijnvormige lichamen met een vrij oppervlak, worden watergangen genoemd. In waterlichamen die groot genoeg zijn kunnen onder invloed van de zwaartekracht getijden plaatsvinden.[2]

waterpeil: hoogte van de waterstand, gemeten aan de hand van het NAP: Normaal Amsterdams Peil. Een NAP van 0 m is ongeveer zeeniveau.

waterrobuust: bestand tegen weersextremen, zoals wateroverlast of hittestress.

waterstaatswerken: Waterstaatswerken: oppervlaktewateren, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk zoals sluizen, bruggen en duikers.

watersysteem: een geografisch te onderscheiden, coherente, functionele eenheid van subsystemen van oppervlaktewater, bodemwater en grondwater, waterbodems, kusten en technische infrastructuur voor water, inclusief de biotische gemeenschappen en alle geassocieerde natuurlijke en kunstmatige fysische, chemische en biologische karakteristieken en processen.

waterzuivering: proces waarbij ongewenste chemicaliën, materialen en biologische verontreinigingen uit vervuild water worden verwijderd. Zo maken we het water geschikt voor een bepaald doel, bijvoorbeeld drinkwater.

Ook: zuivering, waterketen

zanderijlandschap: Landschap in de bollenstreek, waarbij oude strandwallen zijn afgegraven. Kenmerkend zijn het regelmatige slotenpatroon en hoge wegen die nu nog altijd op het oude duinniveau liggen.

zandsuppleties: Een activiteit waarbij zand uit zee opgespoten wordt vlak voor of op het strand. Doel is om bestaande stranden te verbreden en om de gehele kust (ook onder water) van extra zand te voorzien.

zuiveringsslib: Het slib dat ontstaat als restproduct na de zuivering van afvalwater of dat zich bevindt in sceptictanks